Zoals je wellicht weet heb ik m’n dienstplicht voor een gedeelte in het pittoreske Oirschot vervuld. Oirschot, een gat tussen Moergestel en Best in het Brabantse land. Mooie tijd wasda.
Als Gronings jochie helemaal naar de andere kant van het land, het was een groot avontuur.
Onze batterij bestond uit een mengelmoes van Holland’s Finest. Werkelijk overal kwamen we vandaan.
Tussen de opleiding, de oefeningen en trainingen door waren wij graag geziene gasten in het Eindhovense nachtleven.
Menig avond konden wij bij de vrouwtjes die zachte G spotten, zij waren gewillig slachtoffer voor het verse bloed in hun stad.
Tijdens één van deze uitbundige stapavonden maakte ik kennis met een man die mijn leven compleet zou veranderen. Zijn naam is Jo en iedereen noemde hem ook zo.
De man is tegenwoordig dik in de 60, toen moest hij dus ergens in de 40 zijn geweest.
Ik stond in een kroeg lafjes tegen de bar aan te hangen toen hij me aansprak. Ik was een uitverkorene, zei hij. Hij had een heel verhaal. Ik had het na 3 minuten al wel gezien. “Laat me met rust man!”, dacht ik. Nadat hij z’n verhaal had gedaan, stak hij een kaartje in m’n borstzak. Ik schonk er geen aandacht aan, ik spotte weer een zachte G.
Ik denk dat het een maandje of 2 later was toen ik het kaartje in m’n borstzak vond. Het was een wit kaartje met alleen een adres erop.
Ik wilde ‘m weggooien maar iets hield me tegen. Het moet nieuwsgierigheid zijn geweest, denk ik nu. Hoezo de uitverkorene?
De dag erna ben ik naar het bestreffende adres gegaan. Hij begroette me alsof hij me die avond ervoor had ontmoet. “Houdoe Hermanus, ik verwachtte je al.”
We gingen geknield op de grond zitten. Hij schonk een kopje thee in. Hij begon te vertellen. Ik had een gave. Ik had de uitstraling. Ik had het lichaam. Ik had de kracht. Ik had de killskills. Ik had eigenlijk alles wat nodig was. Door de rustige en kalme toon waarop hij sprak raakte in een soort trance. Ik luisterde zoals ik nooit geluisterd had. Ik ben 3 uur bij hem gebleven, ik zou de volgende dag terugkomen. Dan zouden we beginnen.
De overige 4 maanden was ik elk vrij moment bij Jo. Hij trainde me. Hij leerde me. Hij onderwees me. Hij prikkelde me. Hij pijnigde me. Hij liet me afzien. En af en toe brak hij me. Loodzware maanden waren het.
Maar toen ik naar Seedorf verscheept werd, was ik er klaar voor. Jo’s opleiding was klaar.
SuperAnus was geboren.
Sjonge, wat ben ik die man dankbaar voor alles wat hij mij geleerd heeft. Ik zal ‘m nooit vergeten.
En om hem te eren (en natuurlijk ook om te laten zien dat het mij niet is aan komen waaien) wil ik je laten kennis maken met de man die mijn leven zo beïnvloed heeft:
Jo, mijn sensei.