Via verschillende kanalen bereiken mij vragen of ik mijn superheldenbestaan wellicht aan de wilgen heb gehangen. Nou, daar kan ik duidelijk over zijn: NEEN.
Nog bijna wekelijks kom ik in actie of moet ik optreden als ‘Leesbrilman (voorheen SuperAnus)’. Maar om dat nou allemaal hier op te schrijven vind ik ook zo pocherig.
Maar ik ben de beroerdste niet dus zal ik je mijn laatste avontuur van vorige week vertellen. Lees en geniet/huiver/verbaas/erger/schiet in een slappe lach (doorhalen wat niet van toepassing is).
Het subtropische binnenzwembad van een niet nader te noemen vakantiepark gingen we met ons allen naar binnen. In de mannenkleedruimte deed ik de jongens de zwembroek aan, zelf twijfelde ik of ik alleen in mijn strakblauwe Speedo zou gaan of dat ik toch mijn bloedgele broekje eroverheen zou doen. Ik besloot het laatste.
Het zwembad was groot, er waren verschillende baden. Ik vond het er onoverzichtelijk en dat triggerde mijn alarmbellen wat eigenlijk niets anders is dan lichte vibraties aan mijn testi’s. Ik deed m’n hand in mijn zwembroek en met m’n handpalm stelde ik ze gerust ten teken dat ik het begrepen had. Ze namen na 10 minuten de rusthouding weer aan. Bedenk me nu dat dat er eigenlijk gek moet hebben uitgezien voor de andere zwembadbezoekers. Hmmm, aandachtspuntje.
Het kinderbad begon na een tijdje te vervelen en de jochies met de zwemdiploma’s wilden wat spannenders. Ze kregen de wildwaterbaan in de gaten. De wildwaterbaan is een 18 kilometer lange roetsj maar dat wist ik toen niet. Ik nam Teun op m’n arm en we gingen!! Nou ja, gingen? Mijn bloedgele broekje gleed voor geen meter. Hè klut!! Schuifelend pakten we de eerste meters toen we ineens bij een verhoging kwamen. Verdomme, daar ook nog overheen, vloekte ik hardop. En toen gebeurde het! Eenmaal over die bult vielen we 56 meter naar beneden. Onder water! WTF??!!!!
Mijn testi’s bonkten tegen mijn buikwand. In morse seinden ze; T.E.U.N.M.O.E.T.B.O.V.E.N.W.A.T.E.R! Ik zwom zo snel ik kon naar de oppervlakte. Ondertussen gingen we in vliegende vaart de wildwaterbaan af. Met Teun boven m’n hoofd en ik onder water denderden we die 18 kilometer door. Ik dacht nog; Jees, wat een lange wildwaterbaan.
Met een plons belandden we in het opvangbad. Teun was helemaal van streek, ik drukte hem tegen m’n tors aan terwijl ik moeite had op adem te komen. ‘Stil maar, jongen. Papa is bij je’.
Nu denk je natuurlijk; Nou, is dat alles?
NEEN, Natuurlijk niet. Lees verder dan!
In het diepe bad doken we en maakten we bommetjes. De jochies met zwemdiploma’s hadden jolijt. Ik had het na een dik kwartier wel gezien, ik had inmiddels iedereen in de directe omgeving wel nat gebomd, ik ben geen 43 meer en ik besloot even mijn rust te pakken. De jochies met zwemdiploma’s kregen er geen genoeg van, ik genoot van zoveel waterpret.
Maar jochies met zwemdiploma’s zijn niet de eerste de beste jochies met zwemdiploma’s en ze kregen in de hoek van het bad een stroomversnelling in de gaten. Keurig schoolslaggend zwommen ze er naartoe. Mijn alarmbellen vibreerden weer hevig in de onderbuik en ik dook ze stilletjes achterna. Na de eerste bocht in de stroomversnelling werd het een stroomverSNELling en werden snelheden behaald van 230 km/u. Tel daarbij vloedgolven op en je begrijpt dat ik Sam vastgreep. Als razenden gierden we door de baan, Sam was zichtbaar in paniek. Met mijn linkerarm hield ik hem boven water. Ik zag dat vriendje het ook niet meer hield. Hem greep ik met mijn rechterhand en ook hem hield ik boven water. We gingen harder en harder en onderweg raakten steeds meer mensen in paniek. Een magere blondine (‘waar is mijn 1.90 lange en 90 kilo wegende vriend?’ gilde ze steeds) klampte me aan mijn rechterschouder vast, een gezette blonde (‘ooh, wat heeft u toch mooie schouders’, bleef ze herhalen) deed dit bij de linker. Aan het einde van de stroomversnelling had ik 34 mensen op de één of andere manier vast of hadden ze mij beet. We landden allemaal in goede gezondheid maar wel erg geschrokken in het opvangbad. Ik klom als laatste uit het opvangbad, een ovationeel applaus van het aanwezige publiek viel mij ten deel.
Ik trok de bloedgele broek strak, hield mijn buik in, legde mijn zwoelhaar rond de navel in de plooi, toonde mijn linker spierbal, trok een zwoel gezicht en liet me bevallig fotograferen. Leesbrilman (voorheen SuperAnus) had weer eens levensreddend opgetreden.
En zo, lieve lezer, ben je weer wat bijgespijkerd over mijn superheldenbestaan.
Natuurlijk heb ik dat niet aan de wilgen gehangen.
Een superheld ben je immers 24/7 anders kun je het beter niet zijn.
We superhelden!
Handig, alarmballen.
LikeGeliked door 1 persoon