
M’n pa kreeg maandagavond een hersenbloeding en werd vanzelfsprekend met spoed naar het ziekenhuis gebracht. Het telefoontje van m’n zus een paar uur later behoedde mij ervan om, weliswaar met wat biertjes op, de auto in te springen. Pa was stabiel.
Ik ging de volgende dag naar het ziekenhuis in Groningen. Ik schrok toen ik zijn kamer binnenkwam. De stoerste man in m’n leven lag daar als een hulpeloos hoopje mens. Gelukkig was hij aardig bij positieven en al gauw keek ik dwars door dat scheefhangende gezicht heen en was het oude jongens krentenbrood.
Bij m’n afscheid schudden we elkaars hand en gaf hij me een ‘komt wel goed, jongen-knikje’. Ik beloofde donderdag weer te komen.
Donderdagochtend belde mien moe dat pa vrijdags weer thuis zou komen. We besloten om die zaterdag de 200 km te rijden. Naar pa’s vertrouwde omgeving.
Het is er niet van gekomen. De bloedprop in zijn hoofd is geknapt terwijl hij stond te douchen, ongeveer een half uur voor hij naar huis mocht. Gelukkig heeft hij er zelf niets van gemerkt, hij was op slag dood.
Toen mijn moeder die vrijdagochtend belde en de woorden zei die ik niet wilde horen, flikkerde ik de telefoon weg. Op de bank. Ik draaide me om en liep linea recta de tuin in. Kwaad was ik. Woedend zelfs. Maar op wie? Op het ziekenhuis? Omdat zij hun werk niet goed hadden gedaan? Op de wereld? Omdat het niet eerlijk was? Op pa zelf? Omdat hij er plotseling tussenuit geknepen was? Ik wist het niet. En het sloeg ook helemaal nergens op. Doodgaan komt altijd onverwacht. En je moet er gewoon rekening mee houden. Klaar.
Ik rookte eentje.
Ik liep de kamer weer in en zag vriendinlief staan. Ze was in tranen. Ik omhelsde haar. Ze begon hardop te huilen.
Ik huilde niet. Gedachten schoten door m’n hoofd. Er moesten zaken geregeld worden. We moesten zo snel mogelijk naar Groningen vanzelfsprekend maar ook mensen die dichtbij me staan moesten op de hoogte gebracht worden.
Ik belde m’n maat op zijn werk. Maat die altijd in is voor een grap en een grol was BAM! ineens stil. Hij schoot vol. Ik kon niet vol schieten.
Ik belde de broer van vriendinlief. Altijd in voor een grap en een grol. Hij begon te snikken. Ik kon niet snikken.
Eenmaal in Groningen zaten broer en zwagers met tranen in hun ogen op de bank. Ik had geen tranen in m’n ogen.
Grote, sterke mannen die emoties hun gang laten gaan. Zij wèl. Ik ben op één of andere manier te zakelijk op emotionele momenten. Op één of andere manier blokkeer ik emoties. Geheel onbewust trouwens.
Laatst lag ik op de bank en dacht aan die zwarte vrijdag in 2007. Tranen rolden over mijn wangen.
Natuurlijk kan ik wel huilen. Het duurt alleen even bij mij.
Vandaag 9 jaar geleden overleed mijn vader, 20-07 – 2007.
Twee nul nul zeven – Twee nul nul zeven 😉. Het zal altijd een speciale datum voor me blijven.
Mooi geschreven. Dood, Geboorte en Liefde zijn onvergetelijk. De rest lijkt bijzaak. Je tranen hebben een heel leven de tijd, toch? Groet, Antonia.
LikeLike
Dank je. Het zijn eigenlijk 2 delen van eerdere logs aan elkaar geflanst. 😉
Tranen hebben een heel leven de tijd. Dat vind ik een mooie!
LikeGeliked door 1 persoon
wat ee schitterende emotievolle prachtig geschreven blog,
LikeLike
Dank je wel. Het zijn eigenlijk 2 delen uit verschillende anekdoten😉
LikeLike
Door achterstallige emails lees ik dit nu pas ….
Sterkte met je verdriet!
Vriendelijke groet,
LikeLike