Vluggertje

vluggertje

Ik stond gisteren netjes voor het stoplicht naar de oprit richting de snelweg te wachten toen links naast me een Audi A3 kwam staan. Ik zuchtte flauw en diep en dacht ‘weer zo’n flinkerd’. Iedereen moet toch inmiddels weten dat deze oprit na een meter of 50 eenbaans wordt en dat invoegen lastig is? Ik drukte m’n zonnebril strak tegen m’n voorhoofd en draaide m’n hoofd in slow motion naar links, klaar om flinkerd eens goed aan te zuchten.
Eva Mendes zat erin!!!! (natuurlijk niet echt maar om het verhaal een beetje geloofwaardig te maken, hou ik het maar even zo). Ze keek opzij en glimlachte naar me. M’n wenkbrauwen stegen boven m’n zonnebril uit. Ik likte sensueel m’n lippen en streelde zachtjes m’n stuur met m’n linkerwijsvinger. Met m’n rechterhand pakte ik ferm de versnellingspook beet.

Groen!

Ik zette m’n dikke V10 aan het werk en stoof de bocht door. Eva kwam naast me rijden, de versmalling kwam dichter en dichter bij. Ik was vanzelfsprekend niet van plan haar voor me langs te laten (kom op zeg, ik ben de man in dezen!). Onze auto’s maakten licht contact. Ik genoot, zij bleef glimlachen. Ze ging in de ankers en ging achter me rijden de oprit af.
Zodra de doorgetrokken streep niet meer doorgetrokken was, knalde ze mij voorbij. Ik voegde ook de snelweg op. Ze sneed me af en ging pal voor me rijden.
Ze slingerde uitdagend met de achterkant van de A3 heen en weer. Dit was voor mij het sein om de machokaart te trekken. Ik vloog haar links voorbij, trok m’n voiture door naar 162, slingerde m’n stuur 180 graden, jamde de handrem en ging achteruit voor haar rijden.
Onze grillen maakten contact. Innig contact, kan ik wel zeggen. De kentekenplaten krulden om elkaar heen.
Zo reden we ettelijke kilometers, intens genoten onze voertuigen van elkaar.

Ter hoogte van het tankstation gooide ik m’n bak weer in de slinger en kwam ik in één keer achter haar te rijden. Middels een knopje opende ze de kofferbak van haar Audi. Hmmm, gromde ik binnenkeels. Ik stootte zacht tegen haar bumper aan. Ze hield even haar gas los, ik stootte nogmaals. Deze keer iets harder. Ze deed haar alarmlichten even aan.
Ik opende m’n raam, klom eruit, ging op de motorkap liggen en opende met m’n linkerhand mijn motorkap (ik heb immers geen knopje en met rechts moest ik natuurlijk blijven sturen. Duh!). Ik klom terug in m’n Peutje.
Weer botste ik zachtjes tegen haar bumper. En weer. En weer. Steeds harder en harder beroerde ik haar achterkant. De trekhaak van de Audi kwam langzaam tevoorschijn (echt cool, al die automatische snufjes op nieuwe auto’s!).

Mijn radiator raakte verhit. Oververhit zelfs. Hij stond op knappen.
Vlak voor mijn afslag scheurde hij inderdaad. Het water spoot er met enorme kracht uit.

Ik nam de afslag en voor het verkeerslicht stapte ik uit en deed de motorkap dicht. Ik parkeerde m’n auto bij m’n werk.
Ik vertelde het hele verhaal aan m’n collega.

Hij geloofde er geen ruk van.

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag