Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag

Procenten

Hoe groot is de kans dat iemand, met een voor 96% aan dood lijf, het overleefd?
Niet zo heel groot hè? Daar gaat de stekker uit. Die pijpt Maarten. Die heeft z’n laatste scheet gelaten.

Woensdagavond takelde mijn lijf in rap tempo af van de volle 100% naar een 75%. Hoge koorts en een lichtgeïrriteerde keel. Niet weer hè, dacht ik.
Woensdagnacht ging het lijf harder achteruit. Het licht in lichtgeïrriteerde verdween, het slikken ging lastig. Het lukte me met pijn en moeite een bord kipnuggets weg te werken. Die nacht doorgekomen met lichte dutjes. En dan moet je lichte dutjes zien als dutjes van maximaal 3 minuten. Want dan liep m’n muil weer vol met tuf en moest ik slikken. En dus werd ik met een pijnscheut wakker.
Donderdagochtend stond het lijf op 60%. Ik wist het nu zeker, dit was een levensechte killerkeelontsteking. Ik ging pijnstillers halen. Finimal leek me wel een goeie naam.
En bij een killerkeelontsteking hoort vanzelfsprekend koortsaanvallen, verkoudheid, oorpijn, hoofdpijn, hoesten, dunne poep en diepgele plas. Ik introduceerde het ‘tufbakje’ op het wereldwijde web en werd prompt overspoeld met “gatverdammes”, “ranzig”, “gore vent” en meer van dit soort smerige schuttingtaal. Uitspugen was toch minder pijnlijk dan inslikken en dat is voor een gevoelig tiep als ik, die alles maar van iedereen slikt, een hele uitkomst. Ik begreep de ophef niet zo.

Donderdagmiddag ging het lijf onder de 50%-grens toen m’n longen zich ermee gingen bemoeien. Een hoestbui resulteerde in knielend voor de toiletpot hangen om een groot gedeelte van m’n longinhoud in genoemde pot te ejaculeren.
Ik was definitief aan flarden en geknakt.
Donderdagnacht heb ik de danspasjes van ‘Thriller’ ingestudeerd, een zombie was ik immers toch al. En trouwens, je moet je toch bezig houden als liggen lastig gaat omdat je keel en je tong opgezwollen zijn en ook nog je neus dicht zit. Eenmaal doezelde ik weg en werd ik even later in paniek wakker omdat ik geen lucht kreeg.
Vrijdag kwam het lijf in de letale zone, onder de 10%. Zelfs m’n prachtig zoetgevooisde donkerbruine Barry Whitestem was verworden tot een zielig piepend geheel.
M’n lieve Klazien kwam een pak blanke vla brengen. Ik moest toch iets eten. Ik had ‘r gewhatsappt dat ze het maar beneden moest neerzetten. Een killerkeelontsteking is hoogst besmettelijk en ik wil niet op m’n geweten hebben dat zij eraan onderdoor zou gaan.
Ik wachtte een minuut nadat ik de benedendeur had opengedrukt en zwalkte naar beneden. Ze zat nog voor de deur in de auto. En ook haar dochtertje. Het arme kind begon vreselijk te krijsen toen ze ome Gekkie zo als een zombie zag.

Dit kon zo niet langer. Ik moest heavier material hebben. En bij wie kon ik dat beter halen dan bij m’n eigen dealer? Ik belde de assistente van de huisarts. Ze vroeg hoe hoog de koorts was. Hoe ik het ook deed en waarin ik ‘m ook stak, de thermometer gaf 33,3 aan. Het lijf was gezakt naar 4% en was klinisch dood. Ik kon om 15 uur komen.
M’n keel stond op knappen, ik ging douchen. Daar zou ik iets van opknappen.
Voor de vorm keek de huisarts even in m’n strot en zei en passant dat Finimal geen drol helpt. Ik kon hem niets anders dan gelijk geven.
Het zware spul ben ik gistermiddag beginnen in te nemen en afgelopen nacht, rond de klok van 3-en, voelde ik dat het lijf positief reageerde. Het klom langzaam naar 10%.
En nu ik deze zwaarmoedige anekdoot typ, gaat het alweer stukken beter. Laten we het op 40% houden.
Zo maar ’s even vast voedsel proberen.
En een goeie nachtrust. Daar teken ik ook voor.

Bedankt voor al jullie medeleven, lieve beterschapskaarten, fruitmanden en overige verwensingen.
Ik vind hetzelfde van jullie als jullie van mij.