
Wij hebben een kast van een coniferenheg rondom onze tuin.
Oh wacht, grappig dingetje; Vrouwlief huurde eens een tuinman in met de opdracht om de heg voor een leuk prijsje aan de binnen -en buitenkant te kortwieken. De man schoot in de lach. “Een meter of 10 had ze gezegd, dit is wel 50 meter in totaal!”, zei hij. Ik zei; “Ah joh, ze denkt ook dat mijn piemel 30 cm is”.
Wij lachen.
Wij hebben dus een redelijke lange en hoge heg. Héérlijk, die privacy! Ik sta dan ook met regelmaat in de blote kont de tuin te sproeien. De heg grenst aan de brandgang en buren die voorbij fietsen hebben geen idee wat er allemaal afspeelt achter die lange en hoge heg. En dat is wellicht maar goed ook. 😉
Oh kijk, daar snijd ik even precies het (mijn) probleem aan, langsfietsende buren. HET IS GEEN FIETSPAD! HET IS EEN BRANDGANG! Buren fietsen hier soms als ware Zoetemelks voorbij en beste lezer, dat irriteert mij mateloos. Maar da’s nog niet alles. Iets verderop woont de ultieme zeiklul Chaggie B. Chagrijnige buurman. Jaar of 70 en de man is standaard chagrijnig, kijkt standaard boos en zegt standaard nooit iets. Ja, tegen andere buren roddelt ie erop los, tegen mij (ons) houdt hij standaard zijn bek. En hij brengt krantjes rond op tijden dat normale mensen nog liggen te slapen. Dan moet hij dus met zijn fiets en volle fietstassen door de brandgang en dus langs onze heg.
En juist die zeiklul heeft nu al een paar keer bij de buurtbeheerder geklaagd dat onze heg gesnoeid moet worden omdat ‘zijn krantjes nat worden’. Dan krijgen we weer een brief met ‘een oranje waarschuwing’.
Zucht. Heb het even opgezocht, een brandgang dient minimaal 85 cm te zijn en surprise, dat istie nog ruim! Daar komt nog bij dat wij wèl werk hebben en dus niet hele dag thuis zitten, er zitten meerdere vogelnesten in de heg (dan mag je niet snoeien hoorde ik van loltuinman) en ik (wij) heb er zelf geen last van. Dus fuck off!
Terug naar dat brandgangfietsen dan. Ik heb getracht het op de juiste en nette manier aan te pakken, want zo’n brave burger ben ik wel tegenwoordig. Ik heb de gemeente en de buurtbeheerder aangeschreven met het verzoek paaltjes o.i.d. te plaatsen. We kregen vanochtend bericht van de buurtbeheerder terug. “Wat vervelend voor u bla bla bla ga met fietsers in gesprek bla bla bla”.
Zucht. Dat lukt dus niet, goochemerd. Als ik bij de deur ben zijn ze al lang en breed de straat uit.
Op zo’n moment komt de ‘Don’t fuk with the Anus’ mentaliteit bij mij bovendrijven en ga ik het recht in eigen handen nemen. Tegels verwijderen, glas strooien, ijzerdraad spannen, landmijnen, honkbalknuppel, alles heeft de revue bij me gepasseerd en na lang wikken en wegen kwam ik tot de perfecte oplossing om die Zoetemelks te stoppen.
In de plaatselijke supermarkt heb ik een briefje opgehangen; “GEZOCHT: STUNTKINDS”.
Mijn plan ziet er ongeveer zo uit: Ik laat vanaf morgenmiddag elke dag na school 16 kinderen een paar uur in onze tuin spelen met de schuttingdeur wagenwijd open en zodra ik een fietser aan hoor komen, mik ik zo’n kind de brandgang in. En bij een succesvolle val van de Zoetemelk krijgt het desbetreffende kind een ijsco. Briljant niewaar? Ik zeg altijd maar zo, je moet kinderen entertainen, dan hou je ze van de tablet.
Heb geen idee of hier überhaupt een verkiezing voor leukste buurtvader van ’t deurp is hoor, maar mocht ie er wel zijn: Tadaaaaaa, hier ben ik.